“Riiiiiiccchhhhhh!” schreeuwt iemand keihard over straat. Ik laat van schrik de hondenriem aan mijn ene arm en de ziel onder mijn andere arm vallen. Het is Jan. Jan is mijn buurman en heeft een restaurant naast mijn huis. Eigenlijk een bistro. Wat het verschil is geen idee, maar bistro klinkt veel lekkerder en dat is het ook. Je kan er terecht voor een fazantenanus op een schuimbedje van wildzwijnneushaar maar een sateetje is er minstens net zo lekker. Sterker nog… maar dat is persoonlijk. Er is nooit plek en daarmee altijd, tenminste als je er vaker komt. En dat kom ik. Kwàm ik. Tot maart vorig jaar.
Omdat het twaalf meter vallen is heb ik aan mezelf verkocht dat het niet meetelt als ‘uit eten’ en dat bevalt Jan en mij prima. De lekkerste biertjes drink ik er trouwens als ik ’s nachts na het optreden thuiskom. De laatste gasten zijn net weg, het personeel is klaar met opruimen en de muziek gaat een tikkie harder. “Nog ééntje dan” zeggen we een keer of wat en bespreken hoe het verder moet met dit land. Dat wordt bij elk biertje eenvoudiger. “Dat wij nou de enige twee redelijke mensen zijn die het zien hé?” vragen we ons dan af. “Proost!” Ik heb mijn vrouw vaak tegen vrienden horen zeggen dat ik echt een zwaar beroep heb door het verre reizen. “Neem nou vannacht, toen was ie weer om twee uur thuis!” Ik laat het maar zo. Aan sommige systemen moet je niet rommelen. Vraag maar aan de bedenkers van de avondklok.
“Jààààànn!” roep ik terug. We vallen elkaar in de armen op 1,5 meter afstand wat een onhandig gezicht moet zijn en vertellen hoe het met ons gaat. We redden het nog. Al vindt Jan er het zijne van. Dit is niet zomaar een virus. En toeval is het al helemaal niet. Volgens Jan hebben wij de aarde als een stelletje bunzingen leeggeroofd en moest er gewoon ingegrepen worden. Iets met ‘The Great Reset’. Dat is door de wereldleiders afgesproken in Davos. “Ja ook door Mark lieve Richard!” stipuleert Jan. Het was hard nodig om ons te laten inzien dat elke dag fastfood vreten achter je breedbeeldtelevisie in je SUV niet direct een absolute randvoorwaarde voor levensgeluk is. Dat het niet per se noodzakelijk is om elke ochtend in miljoenen koekblikken naar kantoorparken te schuivelen waar we tot minder komen dan thuis. En dat vier keer per jaar op vliegvakantie ons niet vier keer zo gelukkig maakt. Dat lukte niet meer met zalvende woorden. Er moest wat groters gebeuren.
“Suggereer je nou dat dit virus is ontworpen voor een soort herstart Jan?” vraag ik. “Dat zijn jouw woorden!” roept Jan. Hij zegt alleen dat wel heel goed uitomt dat ‘ze’ ons straks met een corona-app overal kunnen volgen, dat ze het financiële systeem opblazen met al die steunmaatregelen ten gunste van beïnvloedbare ‘crypto currency’ en dat ze ons thuis een jaar lang hebben kunnen zien en horen via alle laptopcamera’s. Oh, en Willem Engel is een ex verslaafde hangjongere waarvoor dit een taakstraf is om ons te laten geloven dat verzet mogelijk is. Veelzeggende blik. Maar wat zegt ie? Er kan een hoop gebeuren in een jaar tijd denk ik. Wij waren toch altijd de enige twee mensen die het begrepen? “Hoe is het verder Jan?” probeer ik van onderwerp te veranderen. “Top! Ik ben nu twee maanden gestopt met drinken en ik voel me ge-wél-dig!” Aha… In godsnaam Mark, gooi op z’n minst de horeca weer open.
Richard Kemper
Hoeveel roze olifanten heb jij in de kamer staan? Ofwel, wat kan je maar beter niet met familie, vrienden of je partner bespreken omdat het anders gedoe of zelfs ruzie wordt? Voor hun fonkelnieuwe cabaretprogramma hebben Veldhuis & Kemper besloten de roze olifanten allemaal zorgvuldig op te bergen en elkaar helemaal te laten. Allebei lekker in hun eigen ‘safe space’. Wel zo rustig. Althans, dat denken ze. Want echte vrienden kunnen elkaar natuurlijk helemaal niet laten. Gelukkig maar voor ons, want het levert weer een hilarische, herkenbare en schurende avond topcabaret op!
"Er zijn van die momenten in je leven dat het er even op aankomt. Dat het alles of niets is, nu of nooit, de dood of de gladiolen. Sterker nog, volgens Veldhuis & Kemper is elke dag zo'n moment. Want of het nu in je werk is, je relatie, de opvoeding, je seksleven of je vriendschappen; er is altijd een keuze. Ga je door op de weg die je loopt of is het tijd om de boel eens door flink elkaar te schudden? Al was het alleen maar om er een keer een lekkere, frisse wind doorheen te jagen. En wat doe je als je er achter komt dat je opeens nog alle tijd hebt voor de fouten die altijd nog eens wilde maken... Veldhuis & Kemper staan op dat punt in hun nieuwe cabaretprogramma 'Of de gladiolen' en trekken, zoals we van de mannen gewend zijn, totaal verschillende conclusies. Nou ja bijna, want over één ding zijn ze het eens; zelfs als je het fout doet, doe het dan goed. Of de gladiolen!"
Altijd al eens iets willen vinden van die net zo vaak opgehemelde als vervloekte bijbel, maar er nooit aan toegekomen ‘m te lezen? Geen idee waar je de tijd en het geduld vandaan moet halen? Altijd als een berg opgezien tegen die 1744 bladzijden vol kleine lettertjes? Ja? Remco Veldhuis ook! In “Lang verhaal kort" brengt hij de ongeautoriseerde samenvatting van 2 uur en vliegt op eigen, komische wijze langs de hoogte- en dieptepunten. Een razende rondleiding ver van de gebaande paden, door een ‘gids’ die net zo twijfelt over de inhoud als jij. Terwijl de klok onverbiddelijk doortikt komt hij de mooiste maar ook de meest verschrikkelijke verhalen tegen. En uiteindelijk zichzelf…
Ok, na ‘Lang verhaal kort.’ heb je de bijbel weliswaar nog steeds niet gelezen, maar je kan ieder geval wel zeggen: “Ik heb wél de voorstelling gezien!”
Script:
Voor het script en de regie tekende Emmy-winnaar (‘Alles Mag’- 2015) én bijbeldeskundige Maarten van Voornveld en leverde Remco Veldhuis zelf de komische en persoonlijke invalshoek.
Tekst & muziek: Veldhuis & Kemper
Regie: Geert Lageveen
Algemeen Dagblad ★ ★ ★ ★ ★