Mijn autotelefoon gaat, het is onze technicus. “Rich, je bent op de radio!” Grensoverschrijdend gedrag bestaat nog niet, dus ik maak me nergens zorgen over. “Frits Spits draait Ik Wou Dat Ik Jou Was!” Snel luisteren. Verdomd, dat zijn wij! Een magisch moment. Ik luister alsof ik elk moment een tekstfout kan maken. “Hou deze mannen in de gaten” kondigt Spits de plaat af. Dat hij dat zelf de tweeëntwintig jaar erna trouw zou blijven doen kon ik toen nog niet vermoeden.
Hilversum heeft voor veel mensen een slechte naam. Iedereen doet het met iedereen, er wordt voluit gesnoven en als je op het mediapark rondloopt en je hoort een duizendklapper, zijn dat waarschijnlijk de ontploffende ego’s van bn-ers die met weinig inspanning buitensporige bedragen binnen harken. Ik heb nieuws voor u; het is allemaal waar. Maar er zijn een paar uitzonderingen. Frits Spits is daarvan de grootste. Wat een lieve, kundige en betrokken man.
Als je in Nederland met hart en ziel een liedje hebt geschreven waarvan je hoopt dat die op de radio komt gaat het meestal zo. De ‘plugger’ (promotor) van jouw platenmaatschappij zit op dinsdagmiddag aan een lange tafel met twintig andere pluggers tegenover tien DJ’s en gooien singletjes naar de andere kant. Zo’n vierhonderd nieuwe liedjes vechten elke week om een plekje op een playlist. Er zijn elke week twee plekjes. In totaal. Of je het redt of niet is totaal ondoorzichtig. Je kop staat ze niet aan, het refrein begint te laat of ze hebben al zoiets. Eigenlijk weet je niet eens of ze het wel gehoord hebben.
Behalve bij Frits Spits. Ook als hij je niet draait, heeft ie geluisterd. En kan precies aangeven waarom hij iets wel of niet omarmt. Als hij dat laatste doet, draait hij nooit alleen een plaatje. Hij wil de artiest snappen. Luistert het hele album. Gaat naar de voorstelling. Praat, vraagt, denkt en vat zijn oordeel samen in prachtige taal. En eenmaal in zijn muzikale hart, blijft hij dat je hele carrière doen. Als je een hit bent, maar ook als het even niet alleen goud is wat er blinkt. Luisteraars, maar ook artiesten voelen zich door hem gezien.
Onze paden hebben elkaar vaak gekruist. Op de radio en in het theater waar hij met zijn lieve vrouw Greetje kwam kijken en over wie hij na haar overlijden het prachtige boek ‘Alles lijkt zoals het was’ schreef. In het anonieme Hilversum zijn er een paar vluchtheuvels waar je als maker veilig bent. Mensen die weten dat een liedje er nooit zomaar is, maar ontstaat. Soms makkelijk, soms met zweet, maar altijd vanuit een persoonlijke ervaring. Frits Spits is nieuwsgierig naar die ervaring. Naar het verhaal achter een liedje.
Misschien is het niet eens zijn gedetailleerde kennis van muziek of zijn taalvirtuositeit, maar juist die oprechte interesse wat hem zo’n geliefd icoon maakt. In het jiddisch zou je zeggen een ‘mensj’. Dat betekent zoveel als “een integer, fatsoenlijk en betrouwbaar persoon met een sterk moreel kompas”. Zeker nu, een voorbeeld.
Dit weekend neemt hij na meer dan vijftig jaar afscheid van de radio. Meneer Spits, bedankt!
Richard Kemper
Instagram @richardkemper