“Waartegen ga je demonstreren?” vraag ik. “Nergens tegen, maar vóór solidaritijd! We moeten liever zijn voor elkaar.” antwoordt ze. “En jij gaat mee!” Dilemma. Ik spreek Linda niet graag tegen, maar demonstreren is niks voor mij. Ik geloof meer in één keer per vier jaar verstandig stemmen. Maar Linda laten zitten is geen optie. De demonstratie wordt georganiseerd door 240 maatschappelijke organisaties, waaronder Oxfam Novib en Greenpeace legt Linda uit en wie is er nou tegen solidariteit?. Oké, weer eens wat anders dan op zaterdag in de rij bij de wasstraat, ik ga mee.
Op CS Amsterdam voel ik me een echte actievoerder. Overal spandoeken, muziek en opvallend veel Palestijnse sjalen. Ik val behoorlijk uit de toon met m’n wax coat en NY Yankees pet. Om nog maar te zwijgen van mijn paarse paraplu met het logo van een makelaarskantoor. Cadeautje bij de aanschaf van een appartement enige jaren terug. We verhuren dat keurig volgens de regels van Hugo en er zit nog een vette hypotheek op, maar ooit is het bedoeld voor ons pensioen. Je moet wat als artiest.
Op de Dam realiseer me in welke burgemansbubbel ik eigenlijk leef. De enige kleurrijke figuren in mijn postcodegebied zijn bejaarde vrouwen met paars haar door het chloor van hun zwembad. En nu? Ik staar naar de extravaganza’s bij de Queer wagen, naar een vlaggen zwaaiende man met tulband, naar Oma’s die de namen van hun kleinkinderen scanderen, naar Joodse jongeren met keppeltjes in Palestijnse kleuren die bidden om een-staakt-het-vuren, naar ‘Homo’s tegen Co2’ en naar een kind met een spandoek waarop staat ‘Ikea has better cabinets’.
De eerste spreker vraagt “Hoe laat is het?” “SOLIDARITIJD!” scandeert De Dam. Voor ik het weet sta ik tussen een menigte die vooral overal tégen is. Tegen het grootkapitaal. Tegen veevoederfabrikanten. Tegen Pfas in je balzak. Tegen mensen die niet voor queer sekswerkers zijn. Tegen sekswerkers die niet queer zijn. Tegen queerseksers die niet werken. Tegen dit kabinet. Tegen het vorige kabinet. Tegen de rijken. De kapitalisten, automobilisten, fascisten, racisten, columnisten. Eigenlijk tegen alle -isten behalve activisten.
Het begint te regenen. De volgende spreker begint over pandjesbazen. 'We' zijn kennelijk ook tegen beleggers die “hun pensioenpotje spekken met appartementjes”. Ze roept op tot een huurstaking. “Niet tolereren maar escaleren!” gilt ze. Linda knikt naar een groepje mensen verderop. Ze kijken naar me. En naar het makelaarslogo op mijn paraplu. Fuck. Ik probeer mijn hand erop te leggen. Ze schudden hun hoofd. “Hoe laat is het?” gilt de spreker. “Tijd om te gaan” sis ik tegen Linda. Dit voelt raar. Als je alles op een hoop gooit waar je tegen bent, waar ben je dan nog vóór?
Een half uur later trekt de stoet trekt ons voorbij terwijl we een fles Pinot Grigio opentrekken in Café Luxembourg. We proosten. “Toch lekker hè, dat wat liever zijn voor elkaar” glimlacht Linda. “Ik ben voor!” roep ik.
Richard Kemper
Instagram @richardkemper