Zo vroeg ik me af of de hooligans die vorig weekend Oekraïnetje speelden in Den Haag zich ooit hebben afgevraagd hoe hun voetbalclub zou presteren als ze hun zin kregen en ook alle spelers met een niet Nederlandse nationaliteit zouden worden geremigreerd? Van de negentien spelers in ADO-selectie zouden er vijf overblijven, dat schiet lekker op.
Ik had de parallel kunnen trekken tussen de rellende hangjongeren uit mijn geboortedorp Heemskerk en de hangwolven op de Utrechtse Heuvelrug. Beide verdedigen ze hun territorium en grijpen ze de kinderen van een ander, de een alleen opgehitst door een natuurlijke dosis testosteron en de ander door een feestweek en een kratje RedBull. De wolf heeft z’n PR wel een stuk beter voor elkaar want daar moeten we met z’n allen maar aan wennen is het advies. Ik had de clans gevraagd of ze hun akkefietje niet gewoon in de Velsertunnel konden uitvechten, dan hadden de mensen in de file tenminste wat om naar te kijken. Of je nou vanuit de auto naar een stelletje rellende pubers kijkt of naar ze op de radio luistert tijdens het zoveelste bloeddebat in de Tweede Kamer, beide is net zo zinloos.
We hadden samen kunnen lachen over NSC die een paar weken terug op hoge poten het kabinet verliet… dat er al niet meer was! Dat klinkt als een boze vrouw die roept dat ze bij haar man weggaat – nu echt! - terwijl hij murmelt, “Maar schat, we zijn al twee jaar gescheiden”.
En we hadden het natuurlijk even moeten hebben over beroepsaal Gideon van Meijeren die gepikeerd reageerde op de vraag of de nazi’s die op het Malieveld afwisselend met een NSB vlag en een Forum voor Democratie vlag wapperden heel misschien sympathisanten waren van zijn partij? Hoe dúrfde de interviewer dat te suggereren? Dat klinkt als mijn vrouw die als ik haar met haar rok op de knieën met een vreemde kerel in onze slaapkamer betrap, het binnen tien seconden zo weet om te draaien dat ik mijn excuses moet aanbieden omdat ik niet eerst heb geklopt.
Tja… ik had het allemaal kunnen zeggen. Maar het ging even niet. Ik kon het eigenlijk alleen maar hebben over iemand die mij ondanks deze idiote, krankzinnige, agressieve en egoïstische tijd heeft laten zien dat er ook een andere wereld bestaat. Met een beetje oog voor een ander en wat inzet voor de maatschappij, gewoon omdat je dat doet. Met net dat beetje extra aandacht voor degene die voelt dat hij of zij ergens niet bij hoort. Een man die iedereen te pas en te onpas ‘maatje’ noemde en zo’n groot hart had dat er altijd plek was voor iedereen, waar hij of zij ook vandaan kwam.Die mij in welke storm dan ook altijd weer liet lachen om iets kleins of oppepte voor iets groots. En mij niet alleen.
Die man dat was mijn vader, Ad Kemper. Afgelopen maand overleed hij, volledig onverwacht en tegen alle plannen in. Het maakte de onzin in de wereld er in één klap nog onzinniger op. En misschien daarom des te nodiger om er wat over te blijven roepen. Bij deze, maatje.
Richard Kemper
Instagram @richardkemper