Ik deed mee aan een tv programma en moest een PCR test doen. De testlocatie is verlaten restaurant in de stad. Ooit een bruisende mengelmoes van gefluisterde geheimen, ontluikende liefdes en doodgezwegen huwelijksproblemen tussen voor- en hoofd. Nu een desolate verzameling snot, spuug en spatschermen. Stoelen staan omgekeerd op tafel en achterin is een hoekje vrijgemaakt. De prullenbak puilt uit van de tissues. Ik moet even wachten op een barkruk. De laatste keer dat ik in een kroeg op een barkruk zat voordat ik iets diep in mijn keel kreeg voelde toch anders.
Ik mag. De testmedewerker is een keurige, oudere man van een jaar of 24. Die heb je er weleens bij. Zo’n jongen die waarschijnlijk al een stropdas onder zijn rompertje droeg en met een laptop onder z’n arm op de driewieler van de zaak naar de kinderopvang reed. Keurige scheiding, nauwelijks oogcontact, geaffectueerde tongval. Niet onaardig. Maar ook geen artsentype, dat zie je zo. Geneeskundestudenten stralen een soort nieuwsgierigheid uit bij ieder nieuw lijf dat ze tegenkomen. Alsof ze elk moment kunnen beginnen met ontleden, alleen het mens eromheen moet nog even dood. Bovendien weten zij wat ze doen en daarvoor was deze Geert-Jan Knoops Junior teveel bezig met formulieren, etiketten en staafjes. Had ik weer, gaan ze een keer tot mijn hersenschors, krijg ik de stagiaire.
“Heb je het weleens eerder gedaan?” vraag ik. Het is een grapje, maar dat is niet voor iedereen in de kamer duidelijk. “Zeuker” antwoord het neefje van Thierry. Dit was in principe een mooi moment om wat meer over zichzelf te vertellen, maar daarvoor is hij te druk aan het worstelen met de latex handschoenen. Waarom moet ik altijd denken aan aambeien? Het lukt niet. Een nieuw setje. Dit was toch een spoedtest? “Vind je het leuk werk?” probeer ik. “Zeuker” zegt ie en houdt trots zijn handen omhoog. Hij heeft ze aan. Ik knik. Knap. Nu het staafje. Dat lijkt op een breinaald en valt op de grond. Hij pakt hem op en bekijkt nauwkeurig het watten uiteinde. Overweegt hij nu serieus om hem nog te gebruiken? Gelukkig, hij legt hem apart en pakt een nieuwe. Ik ben blij dat ik niet na mij ben.
“Heeft u een voorkeur voor een neusgat?” vraagt ie. Die zag ik even niet aankomen. Een neusgatvoorkeur? Dit is niks voor mij, geef me een keuze en ik ben verloren. De laatste keer dat er nieuwe tandpasta op de markt kwam hebben ze me om 21.00 uur voor het supermarktschap weg moeten slepen. Hij komt al op me af. “Bestaat er een fout neusgat?” probeer ik tijd te rekken. “Dat weet u erna pas” zegt Jort. Wijsneus. Als ik hem aan de praat weet te houden tot de echte dokter komt kan het nog goed gaan. “Hoezo ben je dit gaan doen?” wil ik weten. “Ik was IT-er maar ik miste het contact met mensen.” Ik schiet in de lach. Hij? Contact? “Dus toen ik een advertentie zag om te swabberen heb ik me opgegeven.”
Swabberen? Is dit swabberen? Sexwerken was toch verboden? Wacht even, ik zit helemaal verkeerd, weg hier! Als ik wil opstaan zegt ie “Klaar!” Niks gevoeld, dat moet ik hem nageven. “Jammer dat Corona alweer bijna voorbij is” vervolgt ie. “Ik denk dat ik maar overstap naar kapper. Dat is ook met mensen en dat mag weer.” Als hij zich omdraait loopt hij de tafel omver. Alles valt op de grond. Hij vertrekt geen spier, pakt een nieuwe staaf en vraagt: “Andere gat?” Lieve OMT-ers, blijf nog even testen graag. Hou deze man weg bij een schaar!
Richard Kemper
Hoeveel roze olifanten heb jij in de kamer staan? Ofwel, wat kan je maar beter niet met familie, vrienden of je partner bespreken omdat het anders gedoe of zelfs ruzie wordt? Voor hun fonkelnieuwe cabaretprogramma hebben Veldhuis & Kemper besloten de roze olifanten allemaal zorgvuldig op te bergen en elkaar helemaal te laten. Allebei lekker in hun eigen ‘safe space’. Wel zo rustig. Althans, dat denken ze. Want echte vrienden kunnen elkaar natuurlijk helemaal niet laten. Gelukkig maar voor ons, want het levert weer een hilarische, herkenbare en schurende avond topcabaret op!
"Er zijn van die momenten in je leven dat het er even op aankomt. Dat het alles of niets is, nu of nooit, de dood of de gladiolen. Sterker nog, volgens Veldhuis & Kemper is elke dag zo'n moment. Want of het nu in je werk is, je relatie, de opvoeding, je seksleven of je vriendschappen; er is altijd een keuze. Ga je door op de weg die je loopt of is het tijd om de boel eens door flink elkaar te schudden? Al was het alleen maar om er een keer een lekkere, frisse wind doorheen te jagen. En wat doe je als je er achter komt dat je opeens nog alle tijd hebt voor de fouten die altijd nog eens wilde maken... Veldhuis & Kemper staan op dat punt in hun nieuwe cabaretprogramma 'Of de gladiolen' en trekken, zoals we van de mannen gewend zijn, totaal verschillende conclusies. Nou ja bijna, want over één ding zijn ze het eens; zelfs als je het fout doet, doe het dan goed. Of de gladiolen!"
Altijd al eens iets willen vinden van die net zo vaak opgehemelde als vervloekte bijbel, maar er nooit aan toegekomen ‘m te lezen? Geen idee waar je de tijd en het geduld vandaan moet halen? Altijd als een berg opgezien tegen die 1744 bladzijden vol kleine lettertjes? Ja? Remco Veldhuis ook! In “Lang verhaal kort" brengt hij de ongeautoriseerde samenvatting van 2 uur en vliegt op eigen, komische wijze langs de hoogte- en dieptepunten. Een razende rondleiding ver van de gebaande paden, door een ‘gids’ die net zo twijfelt over de inhoud als jij. Terwijl de klok onverbiddelijk doortikt komt hij de mooiste maar ook de meest verschrikkelijke verhalen tegen. En uiteindelijk zichzelf…
Ok, na ‘Lang verhaal kort.’ heb je de bijbel weliswaar nog steeds niet gelezen, maar je kan ieder geval wel zeggen: “Ik heb wél de voorstelling gezien!”
Script:
Voor het script en de regie tekende Emmy-winnaar (‘Alles Mag’- 2015) én bijbeldeskundige Maarten van Voornveld en leverde Remco Veldhuis zelf de komische en persoonlijke invalshoek.
Tekst & muziek: Veldhuis & Kemper
Regie: Geert Lageveen
Algemeen Dagblad ★ ★ ★ ★ ★