Hier deden we het dus allemaal voor. Demonstraties, petities, talkshows, Tweede Kamer debatten, ingezonden stukken, RED Teams. Het allerhoogste goed, de heilige graal van onze vrijheid, de parel van de eenentwintigste eeuw is met een bitterbal en een biertje op een terras zitten. Het maakt ons geploeter de moeite maakt, het falen van onze dromen dragelijk. "Ik terras, dus ik ben." Oké, tussen 12.00 en 18.00 uur en met maximaal 50 personen, maar dat is voor de azijnpissers. Die zeuren dat je bij een begrafenis met 100 mensen bij elkaar mag zitten, binnen nog wel, terwijl daar toch heel wat meer gesnotterd en geknuffeld wordt.
Voor de rest van Nederland is het vrolijke aftellen begonnen. 28 April gaat de wereld weer open. Als je op social media de opgewonden euforie aanschouwt, lijkt het of de zucht van verlichting bijna hetzelfde klinkt als bij die andere bevrijding, 5 mei. Zouden we de opening van de terrassen in de toekomst ook gaan herdenken? Met Heineken vlaggen in de mast en bitterballen happen aan een touwtje op vrijmarkten? Je kunt je natuurlijk afvragen of we wel helemaal 100% zijn om een paar uurtjes op het terras zó te verafgoden. Zou de sportschool open gooien niet veel beter zijn voor ons allemaal? Of de middelbare scholen, gewoon elke dag? Nee, dan de theaters! Moet je voorstellen… Nee dus. “Ons resten sportschool, theater en terras, deze drie, maar de grootste daarvan is het terras”.
En terecht. Want in de sportschool komen we onszelf tegen, in het theater verplaatsen we ons in anderen, maar alleen op het terras vinden we onszelf. Door in alle rust, schaamteloos en legitiem naar anderen te kijken, zien we ons eigen geploeter. Alles waar we ons voor schamen en alles waar we van dromen. We schrikken van het uitgelulde stelletje verderop en nemen ons voor nooit zo te worden. We lachen om de opgefokte man die de serveerster uitscheldt omdat zijn koffie te lang duurt. We zwijmelen bij het verliefde stelletje en vragen ons af hoe lang geleden we daar zelf zo zaten. We zijn onder de indruk van het gespierde lijf van de oudere man en nemen ons voor weer naar de sportschool te gaan. Zodra het kan natuurlijk, eerst kaasstengels! Op een terras vertragen we. En treden we even buiten onze eigen ‘bubbel’. Eindelijk. We krijgen een stiekem inkijkje in het leven van anderen die het ook allemaal niet weten. Dat relativeert, dat biedt troost.
De laatste keer dat ik op een terras zat, belde een man naast me in zak en as met zijn vrouw. Hij kwam net bij zijn financieel adviseur vandaan waar ie had gehoord dat ie zo’n groot pensioengat had dat ie tot twaalf jaar na zijn dood moest blijven werken. Voor me zat een man tegen een vriend te klagen over de overgang van zijn vrouw. Hij herkende haar niet, ze was zichzelf niet meer. “Laatst zei ze opeens: ik hou van je.” Aan de overkant was een vrouw met een nogal grote neus gepikeerd omdat haar man vlak voordat ie haar van opzij fotografeerde zei: “Moment, ik zet hem even op panoramastand”. Nog een paar dagen. Dan kunnen we ons eindelijk weer een beetje aan elkaars ellende optrekken. Het zal ons goed doen. Tot op het terras!
Richard Kemper
Vanaf 2024 gaan we weer werken aan een nieuw programma! We weten nog niet wat het wordt, met wie of waarover het zal gaan. Alleen dat we er allebei zijn staat vast. Heerlijk als alles nog open ligt!
Vanaf april t/m juni 2024 spelen we in een beperkt aantal zalen werkvoorstellingen waarbij we onze eerste spinsels de wereld in zullen werpen!
“De eerste helft van je leven ben je bezig iemand te worden, de tweede helft van je leven ben je bezig te accepteren dat het niet is gelukt” – Schopenhauer.
Het is 20 jaar geleden dat de mannen voor het eerst samen op het podium stonden. Je zou zeggen dat ze elkaar na zo’n tijd goed kennen, maar is dat wel zo? In hun nieuwe cabaretprogramma Hou Dat Vast denken ze elkaar alles te kunnen vertellen, maar of dat nou zo verstandig is...
Confronterend grappig is het in ieder geval wel! Met ontroering als onverwachte bonus. Dat weten ook de bezoekers van hun laatste programma Geloof ons nou maar waarmee Veldhuis & Kemper naast volle zalen en prachtige recensies ook een schitterende nominatie voor de belangrijkste cabaretprijs van Nederland ‘de Poelifinario’ in de wacht sleepten.
U snapt, de mannen hebben maar één wens: Hou dat vast!
"Er zijn van die momenten in je leven dat het er even op aankomt. Dat het alles of niets is, nu of nooit, de dood of de gladiolen. Sterker nog, volgens Veldhuis & Kemper is elke dag zo'n moment. Want of het nu in je werk is, je relatie, de opvoeding, je seksleven of je vriendschappen; er is altijd een keuze. Ga je door op de weg die je loopt of is het tijd om de boel eens door flink elkaar te schudden? Al was het alleen maar om er een keer een lekkere, frisse wind doorheen te jagen. En wat doe je als je er achter komt dat je opeens nog alle tijd hebt voor de fouten die altijd nog eens wilde maken... Veldhuis & Kemper staan op dat punt in hun nieuwe cabaretprogramma 'Of de gladiolen' en trekken, zoals we van de mannen gewend zijn, totaal verschillende conclusies. Nou ja bijna, want over één ding zijn ze het eens; zelfs als je het fout doet, doe het dan goed. Of de gladiolen!"
Altijd al eens iets willen vinden van die net zo vaak opgehemelde als vervloekte bijbel, maar er nooit aan toegekomen ‘m te lezen? Geen idee waar je de tijd en het geduld vandaan moet halen? Altijd als een berg opgezien tegen die 1744 bladzijden vol kleine lettertjes? Ja? Remco Veldhuis ook! In “Lang verhaal kort" brengt hij de ongeautoriseerde samenvatting van 2 uur en vliegt op eigen, komische wijze langs de hoogte- en dieptepunten. Een razende rondleiding ver van de gebaande paden, door een ‘gids’ die net zo twijfelt over de inhoud als jij. Terwijl de klok onverbiddelijk doortikt komt hij de mooiste maar ook de meest verschrikkelijke verhalen tegen. En uiteindelijk zichzelf…
Ok, na ‘Lang verhaal kort.’ heb je de bijbel weliswaar nog steeds niet gelezen, maar je kan ieder geval wel zeggen: “Ik heb wél de voorstelling gezien!”
Script:
Voor het script en de regie tekende Emmy-winnaar (‘Alles Mag’- 2015) én bijbeldeskundige Maarten van Voornveld en leverde Remco Veldhuis zelf de komische en persoonlijke invalshoek.
Tekst & muziek: Veldhuis & Kemper
Regie: Geert Lageveen
Algemeen Dagblad ★ ★ ★ ★ ★