Zijn tand was weer gebroken. Derde keer, zelfde plek. Z’n voortand. De helft eraf, van rechtsonder naar linksboven, zo z’n tandvlees in. Als je 10 bent niet iets om trots mee rond te lopen. De eerste keer was zijn eigen schuld. In de huiskamer een snoekduik maken richting hardhouten vloer moet je alleen doen als je écht kan voetballen. En mijn zoon is Nederlander, dus EK-potentie zit niet echt in zijn genen. De tweede keer was mijn schuld. “Harder duwen” riep ik tijdens het tanden poetsen. Ging ie opeens luisteren. Daar ben je als ouder toch ook niet op voorbereid.
Deze keer was het de schuld van de buurman. Die ging de coole vader uithangen door heel hard heen en weer te slingeren met de auto. Had alleen wel de kinderen van een ander bij de deur gezet. Aardige vent, dus je kan nog niet eens fatsoenlijk boos worden ook. Naar de tandarts. Een hele goede. Was ik 20 jaar geleden door een collega naartoe gestuurd toen ik kermend rond liep op mn’n werk. Was toen jaren niet naar de tandarts geweest. Angst. Grote, diepe angst. Kwam door mijn jeugdtandarts in Heemskerk, de slechtste ooit. Wortelkanaalbehandelingen, boren, kiezen trekken, alles zonder verdoving. Super chagerijnig en als je vroeg “Wat gaat u doen?” murmelde hij iets waarbij zo’n gore lucht vrijkwam dat je je mond verder hield. Jarenlang pijn en een bek vol zwarte vullingen. Toen mijn nieuwe tandarts al het amalgaan uit mijn mond had gebikt, was ik 3 kilo lichter. En allemaal pijnloos. Het kon mijn zoon niet overtuigen. Die heeft dezelfde angst voor de tandarts. “Ze gaan het gewoon verdoven joh”. “Huh? Met zo’n spuit?! In je mond?!” Drama! Hij pakte het groot aan. Afghaanse taferelen. En vooral, welk cadeau er tegenover stond als hij deze beproeving had doorstaan? Oké, dit moest anders. Ik hield een preek. Over doorzetten, tegen een stootje kunnen en over hoeveel geluk hij had dat hij überhaupt naar de tandarts mócht. Over Syrische kinderen op bootjes die er heel wat voor over zouden hebben om een uutje in zo’n luxe tandarts-stoel te liggen. Jajaja, ik sloeg door. Eenmaal in de stoel, voel ik z’n hand de mijne zoeken. “Nou daar gaan we” zegt de tandarts. Daar komt ie, denk ik en ik knijp in z’n hand. “En omdat ie zo mooi gebroken is, hoef ik je niet eens te verdoven!”. Z’n hand laat onmiddellijk los. Wacht even, dit gaat me niet gebeuren. Dat ik die jongen heb klaargestoomd voor de spuit, en hij hem niet krijgt. Zometeen denkt ie dat hij alles waar ie in het leven tegenop ziet weg kan huilen. “Ik zou het toch maar doen” wenk ik de tandarts. Ze kijkt me ongelovig aan. “Geef maar” zeg ik wat harder. “Het is even nodig”. Z’n assistente draait zich langzaam om. Er steekt iemand z’n hoofd om de hoek. “Geef die jongen een spuit!” roep ik. Doodse stilte. Ik kijk naar m’n zoon. Daar ligt ie. In de stoel die ik als kind zo haatte. Waar ik nachtmerries over had. En nog. Maar hij glimlacht en vraagt “Pap, wat doe je?”. Ik wordt een beetje rood. En sta met m’n bek vol tanden. Witgevuld. Dat wel.
Met de groeten van Veldhuis,
Richard Kemper
Vanaf 2024 gaan we weer werken aan een nieuw programma! We weten nog niet wat het wordt, met wie of waarover het zal gaan. Alleen dat we er allebei zijn staat vast. Heerlijk als alles nog open ligt!
Vanaf april t/m juni 2024 spelen we in een beperkt aantal zalen werkvoorstellingen waarbij we onze eerste spinsels de wereld in zullen werpen!
“De eerste helft van je leven ben je bezig iemand te worden, de tweede helft van je leven ben je bezig te accepteren dat het niet is gelukt” – Schopenhauer.
Het is 20 jaar geleden dat de mannen voor het eerst samen op het podium stonden. Je zou zeggen dat ze elkaar na zo’n tijd goed kennen, maar is dat wel zo? In hun nieuwe cabaretprogramma Hou Dat Vast denken ze elkaar alles te kunnen vertellen, maar of dat nou zo verstandig is...
Confronterend grappig is het in ieder geval wel! Met ontroering als onverwachte bonus. Dat weten ook de bezoekers van hun laatste programma Geloof ons nou maar waarmee Veldhuis & Kemper naast volle zalen en prachtige recensies ook een schitterende nominatie voor de belangrijkste cabaretprijs van Nederland ‘de Poelifinario’ in de wacht sleepten.
U snapt, de mannen hebben maar één wens: Hou dat vast!
"Er zijn van die momenten in je leven dat het er even op aankomt. Dat het alles of niets is, nu of nooit, de dood of de gladiolen. Sterker nog, volgens Veldhuis & Kemper is elke dag zo'n moment. Want of het nu in je werk is, je relatie, de opvoeding, je seksleven of je vriendschappen; er is altijd een keuze. Ga je door op de weg die je loopt of is het tijd om de boel eens door flink elkaar te schudden? Al was het alleen maar om er een keer een lekkere, frisse wind doorheen te jagen. En wat doe je als je er achter komt dat je opeens nog alle tijd hebt voor de fouten die altijd nog eens wilde maken... Veldhuis & Kemper staan op dat punt in hun nieuwe cabaretprogramma 'Of de gladiolen' en trekken, zoals we van de mannen gewend zijn, totaal verschillende conclusies. Nou ja bijna, want over één ding zijn ze het eens; zelfs als je het fout doet, doe het dan goed. Of de gladiolen!"
Altijd al eens iets willen vinden van die net zo vaak opgehemelde als vervloekte bijbel, maar er nooit aan toegekomen ‘m te lezen? Geen idee waar je de tijd en het geduld vandaan moet halen? Altijd als een berg opgezien tegen die 1744 bladzijden vol kleine lettertjes? Ja? Remco Veldhuis ook! In “Lang verhaal kort" brengt hij de ongeautoriseerde samenvatting van 2 uur en vliegt op eigen, komische wijze langs de hoogte- en dieptepunten. Een razende rondleiding ver van de gebaande paden, door een ‘gids’ die net zo twijfelt over de inhoud als jij. Terwijl de klok onverbiddelijk doortikt komt hij de mooiste maar ook de meest verschrikkelijke verhalen tegen. En uiteindelijk zichzelf…
Ok, na ‘Lang verhaal kort.’ heb je de bijbel weliswaar nog steeds niet gelezen, maar je kan ieder geval wel zeggen: “Ik heb wél de voorstelling gezien!”
Script:
Voor het script en de regie tekende Emmy-winnaar (‘Alles Mag’- 2015) én bijbeldeskundige Maarten van Voornveld en leverde Remco Veldhuis zelf de komische en persoonlijke invalshoek.
Tekst & muziek: Veldhuis & Kemper
Regie: Geert Lageveen
Algemeen Dagblad ★ ★ ★ ★ ★