“Nog
weg geweest?” Het is de meest gehoorde vraag afgelopen weken. Iedereen vraagt
het aan elkaar. Iemand zegt “Portugal” en er volgt meteen geïnteresseerd
“O waar?” Niet dat de vragensteller zo’n kenner van de Portugese topografie is
hoor. Grote kans dat ie één keer in Lissabon is geweest. Maar we hebben nu
eenmaal afgesproken dat we met die “O waar?” de indruk mogen wekken dat we
Portugal en zijn rijke streekculturen goed kennen en graag wat leuke weetjes over
de genoemde regio opdissen. Heerlijk, die sociale dialoog-afspraakjes.
Elke keer dat mij gevraagd werd “Nog weg geweest?” en ik zei, “Nee”, was de vragensteller al bij “O Waar?” voor ze beseften welk antwoord ik net gaf. “Hoezo?” schakelden ze snel terug. Volgens mij stak er soms een lichte sensatiedrang op. Als je niet weg gaat moet je wel geld-, relatie- of gezondheidsproblemen hebben. Dat was bij ons alledrie niet het geval, of althans niet in die mate dat we ons er door tegen lieten houden. We wilden gewoon graag de eerste zomer in ons nieuwe huis beleven. Dus bleven we zitten waar we zaten en daar zaten we prima. Althans, mijn vrouw zat er prima. Mijn zoon en ik werden na 2 weken tegenover elkaar zitten wat onrustig. En nadat voor 14e keer ‘Mens Erger Je Niet’ over tafel vloog riep mijn vrouw, “Morgen 07.00 uur gaan we 4 dagen weg en daarna wil ik niemand meer horen zeiken!”. Mijn zoon gaf me een knipoog en ik voelde me schuldig. Maar we gingen. Na 3 dagen Normandië kon ik geen geallieerde tank meer zien en waren we op de terugweg. Via Parijs, we hadden immers nog een dag. Als een stel Chinezen sjeesden we met onze telefooncamera’s omhoog door de stad. We zagen de Eiffeltoren, de Sacre Coeur, D’Arc de Triomphe, Champs Elysee, het Louvre, gingen met de metro en slenterden op het MontMartre. We waren niet de enigen. Waar je ook kwam, overal moest je je door een leger omhoog gestoken armen met mobiele telefoons worstelen om te zien waarvoor je eigenlijk kwam. Wat je dan alleen zag op het scherm van je telefoon. Dat de Mona Lisa nog geen staar heeft door alle flitsen is mij een raadsel. Aan een paar Nederlanders vroegen we wat ze al hadden gezien. In het voorbij rennen riepen ze “Dat zien we thuis wel!”. Zo werkt het dus. We reizen ergens naartoe en zijn zo bezig met foto’s nemen dat we niet meer ‘in het echt’ zien waarvan. Dan kan je toch eigenlijk beter thuis blijven en in Google op ‘Afbeeldingen’ zoeken? Thuis vroeg ik aan m’n zoon wat ie het leukste vond. “De meneer die trucjes deed” verwees hij naar de straatacrobaat voor de Sacre Coeur. “Laat de foto eens zien?” trok ik z’n telefoon al uit z’n handen. “Ehh… ben ik vergeten…” realiseerde hij zich beteuterd. Ineens wist ik het. Reizen doe je niet voor de foto’s die je maakt, reizen doe je voor de foto die je vergeet te nemen. Omdat je onder de indruk was van wat je zag. Toen ik een paar dagen later een selfie wilde nemen van mijn gezin in de tuin keek m’n vrouw me veelbetekend aan. “Eh, nee... Toch?” vroeg ze. Ze had gelijk.
Richard Kemper
Vanaf 2024 gaan we weer werken aan een nieuw programma! We weten nog niet wat het wordt, met wie of waarover het zal gaan. Alleen dat we er allebei zijn staat vast. Heerlijk als alles nog open ligt!
Vanaf april t/m juni 2024 spelen we in een beperkt aantal zalen werkvoorstellingen waarbij we onze eerste spinsels de wereld in zullen werpen!
“De eerste helft van je leven ben je bezig iemand te worden, de tweede helft van je leven ben je bezig te accepteren dat het niet is gelukt” – Schopenhauer.
Het is 20 jaar geleden dat de mannen voor het eerst samen op het podium stonden. Je zou zeggen dat ze elkaar na zo’n tijd goed kennen, maar is dat wel zo? In hun nieuwe cabaretprogramma Hou Dat Vast denken ze elkaar alles te kunnen vertellen, maar of dat nou zo verstandig is...
Confronterend grappig is het in ieder geval wel! Met ontroering als onverwachte bonus. Dat weten ook de bezoekers van hun laatste programma Geloof ons nou maar waarmee Veldhuis & Kemper naast volle zalen en prachtige recensies ook een schitterende nominatie voor de belangrijkste cabaretprijs van Nederland ‘de Poelifinario’ in de wacht sleepten.
U snapt, de mannen hebben maar één wens: Hou dat vast!
"Er zijn van die momenten in je leven dat het er even op aankomt. Dat het alles of niets is, nu of nooit, de dood of de gladiolen. Sterker nog, volgens Veldhuis & Kemper is elke dag zo'n moment. Want of het nu in je werk is, je relatie, de opvoeding, je seksleven of je vriendschappen; er is altijd een keuze. Ga je door op de weg die je loopt of is het tijd om de boel eens door flink elkaar te schudden? Al was het alleen maar om er een keer een lekkere, frisse wind doorheen te jagen. En wat doe je als je er achter komt dat je opeens nog alle tijd hebt voor de fouten die altijd nog eens wilde maken... Veldhuis & Kemper staan op dat punt in hun nieuwe cabaretprogramma 'Of de gladiolen' en trekken, zoals we van de mannen gewend zijn, totaal verschillende conclusies. Nou ja bijna, want over één ding zijn ze het eens; zelfs als je het fout doet, doe het dan goed. Of de gladiolen!"
Altijd al eens iets willen vinden van die net zo vaak opgehemelde als vervloekte bijbel, maar er nooit aan toegekomen ‘m te lezen? Geen idee waar je de tijd en het geduld vandaan moet halen? Altijd als een berg opgezien tegen die 1744 bladzijden vol kleine lettertjes? Ja? Remco Veldhuis ook! In “Lang verhaal kort" brengt hij de ongeautoriseerde samenvatting van 2 uur en vliegt op eigen, komische wijze langs de hoogte- en dieptepunten. Een razende rondleiding ver van de gebaande paden, door een ‘gids’ die net zo twijfelt over de inhoud als jij. Terwijl de klok onverbiddelijk doortikt komt hij de mooiste maar ook de meest verschrikkelijke verhalen tegen. En uiteindelijk zichzelf…
Ok, na ‘Lang verhaal kort.’ heb je de bijbel weliswaar nog steeds niet gelezen, maar je kan ieder geval wel zeggen: “Ik heb wél de voorstelling gezien!”
Script:
Voor het script en de regie tekende Emmy-winnaar (‘Alles Mag’- 2015) én bijbeldeskundige Maarten van Voornveld en leverde Remco Veldhuis zelf de komische en persoonlijke invalshoek.
Tekst & muziek: Veldhuis & Kemper
Regie: Geert Lageveen
Algemeen Dagblad ★ ★ ★ ★ ★